Zomergasten in het Lab: lectuurtips door Jeroen Delvoie

‘[T]heologie in de plaats van seks en geweld. Zware kost’

Ter inspiratie voor onze zomerlectuur vroeg Corporate Finance Lab enkele BJ’s (bekende juristen) en vrienden van het Lab: (1) Welke boeken hebben u als jurist het meest gevormd ? en (2) Welke boeken neemt u straks mee op vakantie of beveelt u aan? Vandaag: Jeroen Delvoie, professor vennootschapsrecht aan de VUB en advocaat.

Welke boeken hebben u als jurist het meest gevormd ?

In het (uiteraard geconstrueerde) zelf-narratief van mijn leven, heeft Menselijk, al te menselijk (1878)van Friedrich Nietzsche een centrale rol. Ik was 15-16 en had om redenen die ik me niet meer herinner besloten dat ik meer over filosofie moest weten. In de gemeentelijke bibliotheek bleek Nietzsche een van de meest herkenbare namen, en op goed geluk koos ik dit boek. Ik begreep er niet veel van, maar was totaal geïntegreerd door de vreemde vragen, analyses, schrijfstijl, het parallelle universum waarin dit boek me verbaasd losliet. Ik las andere zaken van Nietzsche (Also sprach Zarathustra blijft tot vandaag een persoonlijke favoriet) en vervolgens allerlei geschiedenissen van het filosofische denken. Ik wou filosofie gaan studeren, en veranderde pas op het laatste nippertje van gedachte. Maar ik denk wel dat die filosofische inslag mijn denken als jurist heeft gevormd. Het inspireerde mijn voorliefde voor kritische analyse van, en reflectie over de rechtsregel, voor het waarom achter de regels, voor de maatschappelijk-politieke dimensie van het recht ook.

Tijdens mijn rechtenstudies aan de VUB had Beginselen van het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht (1989) van Ludo Cornelis een grote invloed. Ludo Cornelis doceerde op magistrale wijze verbintenissenrecht in “tweede kan” (1995-1996 voor mij). Hij had weliswaar in die tijd geen cursus, je werd geacht lesnota’s te maken. Ik was dan ook wat verbaasd toen ik toevallig dit boek ontdekte, dat hij in het kader van zijn lessen volstrekt onvermeld liet. Om ons arme studenten niet op kosten te jagen met een boek dat hoe dan ook te omstandig was voor het deel van de cursus dat het besloeg? Hoe dan ook, ik vond het een handige hulp om mijn nota’s te ordenen, en raakte er gaandeweg van in vervoering. De cartesiaanse analyses tot op het bot, de scherpte van geest, de vrijheid van denken wars van heilige huisjes: al die typische kenmerken van Ludo’s werk heb ik in dit boek voor de eerste keer ontdekt, en dat heeft me als jurist zeer gevormd. Het was ook de vonk die mijn appetijt voor het (juridische) wetenschappelijke werk heeft doen ontstaan.

In mijn doctoraatsperiode was Bewindsbevoegdheid (1962) van Walter Van Gerven een ijkpunt, een boek waarmee ik voortdurend in ingebeelde dialoog was. Ik heb het doorheen mijn onderzoek, in stukken en brokken, misschien in totaal wel vijf keer gelezen en heb het vele tientallen keren ter hand genomen. Mijn beduimelde exemplaar zit nu nog vol post-its en annotaties. En nog steeds vind ik het moeilijk om in één zin uit te leggen wat het boek zo speciaal maakt, behalve dat je een grote en volstrekt originele geest aan het werk ziet, die gaandeweg een eigen taal creëert omdat enkel dat toelaat met de gewenste diepgang in de materie door te dringen.

Welke boeken neemt u straks mee op vakantie of beveelt u aan?

Ik zal me beperken tot de boeken die effectief klaarliggen om straks mee op vakantie te nemen, anders wordt het een hopeloze onderneming.

Het eerste is een herlezing: The Three Body Problem van Liu Cixin (een trilogie, het eerste boek uit 2008). Chinese science-fiction met een grandioze sweep en waanzinnige verbeeldingskracht, op een hyperwetenschappelijk bedje. Zo rijk ook, dat ik altijd van plan was het een tweede keer te lezen, en dat moment is nu aangebroken.

Het tweede is Self-Made Man: My Year Disguised as a Man van Norah Vincent, over een lesbische vrouw die een tijdlang vermomd als man door het leven gaat en zo “mannelijke bastions” infiltreert. Op basis van een eerste snelle scan, ben ik wat sceptisch dat ik er grote inzichten ga uit halen – het lijkt nogal anekdotisch allemaal – maar ik ben voldoende geïntrigeerd door de premisse, en het zal onder een olijfboom ongetwijfeld snel weglezen.

Als ik de moed vind, sleur ik misschien ook nog The Books of Jacob (2014) van Olga Tokarczuk mee. Een turf van bijna 1.000 pagina’s die me al enkele maanden beschuldigend aanstaart vanop het nachtkastje, nadat ik bij een eerste poging snel trapsnelheid verloor bij de start in de Joodse enclave in Rohatyn anno 1752 (toenmalig Polen, nu Oekraïne). Het doet me qua “dichtheid” van constructie en detail wat aan Games of Thrones denken, maar met theologie in de plaats van seks en geweld. Zware kost…

Aangezien het 2022 is, wil ik tot slot de blog (hoewel, blogs, so 2010…) Marginal Revolution van de economen Tyler Cowen en Alex Tabarok vermelden. Ik lees die sinds (naar schatting) 2005 ongeveer dagelijks, en dat zal ook op vakantie niet anders zijn. Zeker Tyler Cowen is wat mij betreft een van de interessantste denkers van het moment, extreem eclectisch en origineel. Via een combinatie van gecureerde links en eigen stukjes, krijgt je brein regelmatig een frisse douche. “Is the future of opera to be found in Detroit”? “The South Korean population pyramid”. “Hydrogen fuel cells”. Een korte kritische bespreking van een boek over hoe de pest Europa (positief) heeft beïnvloed. “Why do soft sounds numb pain”. Een recente overzichtsstudie over de economisch effecten van het minimumloon. Dat is een losse greep uit wat je er allemaal vindt de dag of twee waarin ik dit stukje schreef. Voor de intellectuele avonturier. Enjoy!

Jeroen Delvoie

One thought on “Zomergasten in het Lab: lectuurtips door Jeroen Delvoie”

Leave a comment