Zomergasten in het Lab: lectuurtips door Eric Dirix

“Dit belang voor het narratieve mag vreemd klinken voor een lid van het Hof van Cassatie, waar abstracties en logische redeneringen vooropstaan.”

Ter inspiratie voor onze zomerlectuur vroeg Corporate Finance Lab enkele BJ’s (bekende juristen) en vrienden van het Lab: (1) Welke boeken hebben u als jurist het meest gevormd ? en (2) Welke boeken neemt u straks mee op vakantie of beveelt u aan? Vandaag beginnen we met Eric Dirix, sectievoorzitter in het Hof van Cassatie, emeritus hoogleraar insolventierecht en rechtsvergelijking aan de KU Leuven en spiritus movens van het nieuwe BW.

Met de eerste vraag heb ik moeite. Ondanks mijn grote belangstelling voor de Law & Literature – beweging kan ik niet besluiten tot één bepaald literair werk dat voor mijn vorming als jurist van fundamentele betekenis zou zijn geweest. Overigens kan ik evenmin een bepaalde roman voor de geest halen waarin ik het antwoord heb gevonden op een concrete rechtsvraag of die mij geholpen heeft een geschil te beslechten.

Het is de literatuur als zodanig die van groot belang is geweest. Terecht wordt aan de rol van literaire werken voor juristen veel aandacht besteed. Romans dragen immers bij tot een groter juridisch inleefvermogen. Door literaire werken leren wij bovendien de beperkingen inzien van ons juridisch denkkader.

Wat mij persoonlijk betreft is er bijkomend de narratieve dimensie van het recht. Deze ben ik over de jaren steeds belangrijker gaan vinden. Geef mij de feiten, dan geef ik u het recht, zo spreekt de rechter. Maar daartoe moeten de feiten hun plaats krijgen in een verhaal. Door het ‘verhaal’ wordt het verband gelegd tussen de feiten en het recht en kunnen de feiten ‘tot hun recht komen’.

Dit belang voor het narratieve mag vreemd klinken voor een lid van het Hof van Cassatie, waar abstracties en logische redeneringen vooropstaan. Wie de jurisprudentie volgt, zal echter vaststellen dat het Hof veel meer dan vroeger aandacht besteedt aan de feitelijke omstandigheden van de zaak teneinde de beslissing beter tot haar  recht te laten komen. Het is daarom van het grootste belang dat de bodemrechters aan de feiten het volle pond geven en niet meteen wegvluchten in abstracties om snel tot een oordeel te komen. Een grote zorgvuldigheid in het boven water krijgen van al de relevante feiten en het kaderen ervan in een verhaal kan de werfkracht van de uitspraak enkel maar vergroten. Overigens wordt, in het algemeen, de betekenis van een rechtsregel maar duidelijk binnen een concrete toepassing. Ofschoon ik betrokken ben bij de huidige hercodificatie van het burgerlijk recht beschouw ik mij veeleer als een ‘atypische’ legist. Mijn hart gaat immers uit naar het Engelse precedentenrecht. Een wetboek is best handig, maar een antwoord op de moeilijke vragen vindt men er zelden. Ik was dan ook erg opgetogen afgelopen jaar een monografie te mogen schrijven in de APR-reeks over ‘Ongerechtvaardigde verrijking’ die binnenkort verschijnt en ik kan de lezer geruststellen: er komt geen enkele wetsbepaling aan te pas…

Op de tweede vraag kan ik wel een eenduidig antwoord geven: hol naar de boekhandel of bestel onverwijld: Op zoek naar gerechtigheid. Recht en onrecht bij Albert Camus (Die Keure, 2022, 622 p.). Bernard Hubeau heeft een groot boek geschreven over zijn geliefde auteur. Deze liefde draagt hij al mee vanaf zijn studententijd en nu, bij zijn emeritaat, wenst hij de vrucht van zijn jarenlange lectuur en reflecties met ons te delen. Het is daarom een levenswerk. Het is ook een meesterwerk waarin het leven en werk van Albert Camus en diens visie op mens en maatschappij op briljante wijze worden beschreven.

Het valt buiten dit bestek om de volle rijkdom van dit boek uit de doeken te doen. Vele aspecten komen aan bod zoals de thema’s in Camus’ werk, de stijl van Camus, zijn filosofische situering, het door hem gekoesterde mediterraan humanisme en de ‘pensée du midi’ enz. De rode draad is echter de zoektocht naar rechtvaardigheid bij Camus. Deze zoektocht is voor Camus als een obsessie. Heel zijn oeuvre, maar ook zijn journalistieke werk en zijn maatschappelijke actie zijn erdoor getekend. Voor Camus kan rechtvaardigheid echter niet zonder vrijheid. Naast het algemeen concept onderzoekt de auteur de rechtvaardigheid bij Camus in diverse contexten: de armoede, de doodstraf, de terreur, de kolonisatie en de Algerijnse oorlog. Aan dit laatste besteedt de auteur veel aandacht. Vanaf zijn strijd als journalist in de jaren 30 tegen de wantoestanden in Algerije tot het ‘incident’ bij de uitreiking van de Nobelprijs. Deze episode blijft ook actueel aangezien zij nog steeds haar schaduw werpt op de politiek in de twee landen aan de beide oevers van de middellandse zee. Recent nog, zestig jaar na de akkoorden van Évian, overhandigde Benjamin Stora zijn onderzoeksverslag over deze periode aan president Macron. De mediterrane droom van Camus kon echter niet op tegen de politieke realiteit, met een spiraal van geweld en een onverteerd verleden tot gevolg.

Een laatste deel plaatst het oeuvre van Camus een ruimer artistiek en filosofisch perspectief. Hierin komen onder meer zijn verhouding tot Sartre, de receptie van zijn werk in Frankrijk en elders (o.m. ook in Nederland en Vlaanderen) en de kritische commentatoren aan bod. De hoeveelheid van het hierbij verwerkte materiaal is verbluffend.

We eindigen waar we zijn begonnen. In zijn nabeschouwing breekt ook Bernard Hubeau een lans voor het belang van literaire werken voor juristen. De narratieve dimensie is hierbij fundamenteel: deze narrativiteit is niet gericht op esthetisch doelen, “maar is gericht op de cognitieve functie en waarheidsaanspraken van het narratieve”. De lectuur van grote schrijvers kan ons bovendien helpen ons taalgebruik te verfijnen “wat kan leiden tot goed en helder geschreven vonnissen die de kwaliteit en de overtuigingskracht versterken” (p. 537).

Eric Dirix

4 thoughts on “Zomergasten in het Lab: lectuurtips door Eric Dirix”

  1. Leuke en boeiende zomerreeks, met een zeer inspirerende aftrap van Prof. Dirix ! Ik had het voorrecht enkele jaren geleden met o.m. Bernard Hubeau voor de Vlaamse Juristenvereniging een debat in (ludieke) wedstrijdvorm te mogen houden over onze favoriete schrijvers, zijn betoog voor Albert Camus was toen reeds zeer wervend.

    Like

  2. En vooral ook zeer blij met de nadruk die door een sectievoorzitter van het Hof van Cassatie wordt gelegd op het belang van het narratief. Rechtsregels zijn inderdaad zinloos als ze niet worden toegepast op concrete feiten. En juist door die feiten kan een rechtsregel in een ander daglicht komen te staan en daardoor mogelijk een enigszins andere invulling of betekenis krijgen, of minstens kan dit tot een rechterlijke uitspraak leiden die misschien niet de meest voor de hand liggende was bij louter abstracte toepassing van de rechtsregel.

    Liked by 2 people

  3. Ik sluit me gaarne aan bij de opmerking van Mr Tas. Juristen, jong en oud, moeten zich nog meer bewust zijn van de kracht van het verhaal. Een wervend verhaal is hierbij nog iets anders dan een droge opsomming van feiten. Neen, een verhaal leeft, zet de toon, roept bepaalde emoties op (ook in de zgn. zakenadvocatuur), en heeft een (soms impliciete) impact op het rechterlijk beslissingsproces. Een goed verhaal staat niet gelijk met de overwinning (maar helpt wel veel); een slecht verhaal meestal wel met de nederlaag.

    Like

Leave a comment